Hark en spitvork
Een hark is een werktuig met een lange steel met aan het uiteinde een T-vormige balk met daarop metalen tanden. De tanden kunnen recht of gekromd zijn. De afstand tussen de tanden, hun lengte en hun inplantingswijze bepaalt of het een tuinhark (korte tanden), een landhark (langere tanden) of een bladerhark (zeer lange tanden) is. Een spitvork of spitriek heeft eveneens een lange houten steel met daarop vier brede, platte metalen tanden.
Waar
In de moestuin - tussen rijen van teeltgewassen, aan de rand van de moestuin of op onbegroeide bedden
Op open verhardingen - tussen los grind of op gemulchte paden
Waarom
Tuin- en landharken gebruik je om jonge kruidgroei met ondiepe wortels in fijne ondergrond los te harken, vooral in de moestuin en tussen grind en mulch. Zo breng je de ongewenste plantjes met de wortel aan het bodemoppervlak en kan je ze opruimen of ter plekke laten verdrogen.
Een spitvork gebruik je om grond los te woelen en zo ook dieper wortelende planten met een uitgebreider wortelstelsel uit de aarde te tillen. Dit werkt ook goed op zware grond. Een spitvork gebruik je bij de voorbereiding van de moestuin of het klaarleggen van grond voor de aanleg van een border.
Wanneer
In de moestuin: Harken doe je een eerste keer in het voorjaar wanneer je een zaaibed voorbereidt op reeds vooraf (grover) bewerkte bodem. In de moestuin zal je na het inzaaien of inplanten van gewassen regelmatig terug tussen de rijen moeten schoffelen/harken (afhankelijk van de breedte tussen de rijen) om nieuwe ongewenste kruidgroei los te werken. Dit doe je tot teeltgewassen of groenbemesters de bodem voldoende (met schaduw) bedekken en zo de kruidgroei afremmen. Het is niet nodig om de bodem met de hark winterklaar te maken.
Op je (grind)pad: Harken kan het hele jaar door maar om jezelf zo weinig mogelijk werk te bezorgen begin je best al bij de eerste kiemplanten in het voorjaar. Wil je snel even opharken zonder op te ruimen dan doe je dat best op warme dagen zodat al wat je losharkt meteen droogt.
Met de spitvork kan je in elk seizoen aan de slag, behalve wanneer de bodem bevroren of erg nat is. Als je diep wortelende kruidgroei (volledig) verwijderd hebt, en verder regelmatig gaat wieden, zal je de spitvork niet regelmatig nodig hebben.
Hoe
Met een tuin- of landhark maak je zachte, vloeiende trek en duwbewegingen over het bodemoppervlak. Het is niet de bedoeling dat je de tanden diep in de bodem slaat en die met veel kracht los trekt (aarde losmaken doe je met een woelvork of grelinette). Je kan grovere aardekluiten (en de kruidgroei daarin) wel verbrokkelen door er met de achter- of zijkant van de hark op te slaan. De losgewerkte kruiden kan je op een zonnige dag gewoon aan het oppervlak laten verdrogen, of je verzamelt ze in een emmertje of op een hoopje en doet ze daarna op de composthoop. Laat geen kruiden liggen die bloeien of al in zaad staan. Hetzelfde principe geldt wanneer je harkt op grind of mulch, of op weinig betreden paden.
Om lastigere wortelkruiden te verwijderen zet je de spitvork licht schuin naast de plant neer en duw je hem met je voet in de aarde (indien er een mulchlaag ligt, hark je die eerst wat opzij). Trek de steel van de spitvork omlaag tot de plant mee komt of tot je weerstand voelt van het ondergrondse wortelstelsel. In dat geval probeer je er de plant best niet in één ruk uit te halen, anders breken (stukken van) de wortels af en zorg je voor extra verspreiding. In de plaats zet je je spitvork ernaast nog eens neer en graaf je de aarde rondom rond en tussen het wortelstelsel los tot je het volledige wortelstelsel er in één keer, en zonder veel kracht, kan uit trekken. Dit kan best wat tijd en doorzettingsvermogen vragen. Let dus zeker goed op je houding; werk met een rechte rug en maak slim gebruik van de hefboom van de spitvork.
Inspanning
Omdat harken vooral efficiënt is bij jonge plantjes, controleer je best wekelijks op ongewenste kruidgroei en hark je die zo nodig los. Tussen de plantjes in een moestuinrij, of in een border, kan je niet harken, hier moet je handmatig wieden. Op paadjes met grind volstaat gewoonlijk 2-3 x harken per jaar, afhankelijk van hoe intensief een pad betreden wordt en hoe veel licht erop valt.
Bij de aanleg van een nieuwe groenvorm zal je mogelijks een deel ongewenste kruidgroei met een spitvork moeten verwijderen. Daarna, en wanneer je ongewenste kruidgroei niet te sterk laat ontwikkelen, zal je er gewoonlijk geen spitvork meer voor nodig hebben. Later, wanneer er door de nieuwe aanplanting geen plaats meer is om met een spitvork te werken, moet je teruggrijpen op fijnere werktuigen, zoals een onkruidvork (2-tandige vork op een kort handvat) of een penwortelsteker, of wieden met de hand.
Aandachtspuntjes
Harken en spitvorken worden in de tuin vaak en voor allerlei werkjes gebruikt. Je doet er daarom goed aan om meteen te investeren in degelijk materiaal van een goed merk uit een tuincentrum, in de plaats van een goedkoop alternatief. Koop liever gegalvaniseerd dan geverfd gereedschap, dat gaat langer mee.
Let er bij de aankoop van een hark op dat hij niet te breed is (~10 tanden), zodat je gemakkelijk tussen de moestuinrijen en/of smalle paden in je tuin kan. Voor de bewerking van grotere stukken grond kan je uiteraard kiezen voor een bredere hark met meer tanden. Kies een model met lange steel, zodat je de hark ook gemakkelijk naar voren kunt bewegen zonder je rug te veel te moeten mee buigen.
Een goede spitvork heeft 2 vleugels rond de steel en is voorzien van een T- of een D-steel in essenhout. De beste spitvorken zijn vervaardigd uit gesmeed ijzer en zijn zelfscherpend. Ben je van plan om je spitvork ook voor allerlei tuinwerken te gebruiken (grondbewerking, aardappelen rooien, …), kies dan zeker voor een degelijk, stevig werktuig. Controleer ook of de steel stevig gemonteerd zit in de metalen schede van de vork, en of het mogelijk is om de steel eventueel zelf te vervangen wanneer nodig.