spintmijt
De kerselaar wordt vooral belaagd door de bonenspintmijt, de fruitspintmijt, de harlekijnmijt en de meidoornspintmijt.
Bonenspintmijten zijn geelgroene tot oranje mijten. Ze bevinden zich meestal aan de onderzijde van het blad.
Fruitspintmijten zijn dan weer rode mijten. De zomereieren zijn aan de onderkant van de bladeren terug te vinden. Tijdens warme en zonnige perioden bevinden de mijten zich ook vaak aan de bovenkant van de bladeren. Het blad kleurt bruin, valt voortijdig af en er is minder oogst. In de winter zitten er rode eieren op het meerjarige hout.
De bruine tot roodbruine mijten op bladeren en takken zijn wellicht harlekijnmijten. In de winter zijn er rode eieren op de ruwe plaatse aan de takken. Deze eieren komen eerder uit (eind maart) dan die van het gewone fruitspint. De bladeren verkleuren bruin en vallen voortijdig af.
Meidoornspintmijten zijn donkerrode mijten, waarvan de zomereieren glashelder zijn. De mijten vormen een spinsel, meestal aan de onderkant van de bladeren. In het spinsel worden eieren gelegd. De volwassen vrouwtjes overwinteren in de schors.
Preventieve maatregelen
- Droog en warm weer bevorderen de ontwikkeling van de spintmijt. Een vochtige bodem is onaantrekkelijk voor spintmijten. Spuit het gewas in droge periodes regelmatig nat met water.
- Overbemesting speelt in het voordeel van spint omdat slappe planten extra aantrekkelijk zijn.
- Het opruimen van aangetaste bladeren voorkomt dat de mijten ter plaatse overwinteren.
Alternatieve bestrijdingmogelijkheden
- Verwijder aangetaste plantendelen.
- Spintmijten hebben natuurlijke vijanden. Zet in geval van ernstige aantasting de roofmijt (Amblyseius californicus) in om de spintmijt onder controle te houden.