Vliegen

Vliegen leven overal op mest, op dode dieren, op afval, maar ook op vers voedsel. Wij kunnen het stellen zonder de vlieg, hoewel we hun larven gebruiken om te vissen. Voor vogels (zwaluw, mees, mus,...), kikkers, spinnen en hagedissen vormt de vlieg een belangrijke voedselbron. Door van de ene plaats naar de andere te vliegen, verspreiden ze ziektekiemen.

Voorkomen

• Beperk de toegangswegen tot het huis. Dicht spleten en kieren. Plaats vliegenramen in vensters en deuren.
• Beperk de voedingsbronnen voor vliegen: sluit etenswaren goed af, laat geen etensresten achter op tafel, in de keuken, spoel lege verpakkingen en flessen van zoete dranken uit.
• Zorg ervoor dat de composthoop niet vlak bij het huis staat.
• Zet het kippenhok achteraan in de tuin want kippen zorgen voor vliegen.

Alternatieven

• Gebruik een vliegenmepper.
• Zet vallen in de tuin. De val bestaat uit een potje gevuld met een zoete vloeistof zoals limonade of siroop. Vul deze met zoete vloeistof waarin vliegen en ook wespen verdrinken. Plaats de vallen in de zon.

• Hang een vliegenlamp op. Deze paarskleurige UV-lampen trekken vliegen aan. Naast de lamp zit een elektrisch gaas of een lijmvel. De vliegen worden dus ofwel geëlektrocuteerd ofwel plakken ze op het papier.